Vroeg diagnostiek / re-integratie advies

Hoe sneller een klacht/aandoening kan worden herkent, hoe beter het is. Helemaal als die klacht een voorbode is van mogelijk langdurig uitval of een lange herstelperiode. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan…, toch?

De praktijk leert dat er bij klachten aan houdings- en bewegingsapparaat vier factoren zijn die doorgaans een snel en adequaat re-integratietraject in de weg staan;

Bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat is het moeilijk om in een vroeg stadium in te schatten of dit kan duiden op een klacht die mogelijk langer gaat duren dan in het begin voorzien. De protocollen die gehanteerd worden door huis- en bedrijfsartsen, stellen in veel gevallen eerst een periode voor van rust c.q. minder belasten. Vaak is dit een prima weg om te volgen naar volledig herstel. Het komt echter regelmatig voor dat klachten aan blijven houden of zelfs verergeren ondanks rust of fysiotherapie. Doorgaans wordt dan pas besloten om een bezoek in te plannen bij bijvoorbeeld een orthopeed.

Er zijn dan inmiddels vaak al weken, zo niet maanden voorbij.  Dan loopt de medewerker tegen het tweede probleem aan; de wachttijd. Afhankelijk van ziekenhuis kan de wachttijd oplopen tot wel 8 tot 10 weken voordat de medewerker op de polikliniek terecht kan (bron: Zorgkiezer.nl) En dan moet er nog een onderzoek plaatsvinden, eventueel MRI of CT indien nodig; die informatie moet dan allemaal nog verwerkt worden.

het beste zou zijn als deze informatie gelijk door wordt gespeeld aan de bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft dan concrete informatie die hem/haar meer informatie geeft met betrekking tot het ingezette beleid t.a.v. de werkhervatting. Deze informatie gaat echter niet standaard naar de bedrijfsarts en als de bedrijfsarts dat nodig acht, passeren er vaak diverse weken voordat deze informatie de bedrijfsarts bereikt.

Het vierde punt ligt in de wijze van aanleveren aan de bedrijfsarts. De informatie die de bedrijfsarts van de behandelend specialist aangereikt krijgt, bevat geen concreet advies met betrekking tot de belastbaarheid op een manier die de bedrijfsarts zelf opstelt (FML of IZL/IZP) 

Valt hier iemand wat te verwijten? Nee. Zo is het systeem in Nederland nu eenmaal georganiseerd. Maar de werkgever en de medewerker zijn daar wel de dupe van. Door deze combinatie van factoren gaan er vele weken of zelfs maanden voorbij voordat er een adequaat re-integratietraject kan worden vormgegeven. Al die tijd verzuimt de medewerker of is deze minder inzetbaar/productief. Dat kost de werkgever veel extra tijd en geld en de medewerker loopt doorgaans langere tijd met zijn/haar klachten. 

Medexcen lost dit probleem op dmv het Orthopedisch Re-integratieadvies & Vroegdiagnostiek. Binnen twee weken nadat de medewerker is opgeroepen ontvangt de bedrijfsarts een terugkoppeling van de orthopeed uit het ziekenhuis. Gegarandeerd! Indien nodig wordt er zelfs een MRI/CT of Röntgenfoto ingezet. De bedrijfsarts ontvangt, naast de medische gegevens, ook een (advies) belastbaarheidsprofiel (op de onderdelen die de orthopeed kan invullen) en geeft antwoord op aanvullende vragen die van toepassing zijn op de inzet of verloop van het re-integratietraject.

Slimme en vroegtijdige signalering dmv de OrthoTriage:

Niet elke medewerker met klachten aan houdings- of bewegingsapparaat hoeft gelijk naar een orthopeed. Om zeker te weten dat de medewerker snel wordt gezien door een orthopeed, maar enkel als daartoe aanleiding voor is, heeft Medexcen de OrthoTriage ontwikkeld. De OrthoTriage is een geautomatiseerde vragenlijst die ingezet kan worden door casemanagers die onder de verlengde arm/taakdelegatie van een bedrijfsarts werken en/of door de bedrijfsarts zelf.  Door de inzet van de OrthoTriage kijkt de orthopeed als het ware mee over de schouder van de casemanager/bedrijfsarts en constateert in het beginstadium van het verzuim, of er signalen zijn die kunnen wijzen op een langdurige uitval c.q. langere behandeling. Dus waar er normaliter naar weken of zelf maanden pas wordt doorverwezen naar een orthopeed, kan dat nu al in het beginstadium van het verzuim! We zien dus alleen die personen die gezien moeten worden!  Dat scheelt de werkgever een hoop geld en de medewerker krijgt eerder de behandeling die nodig is c.q. informatie die nodig is om het re-integratietraject adequaat vorm te geven. De uitslag van de OrthoTriage wordt altijd beoordeeld door de bedrijfsarts of hij/zij een  doorverwijzing nodig vindt. Uiteindelijk is deze professional verantwoordelijk voor de inhoud van de verzuimbegeleiding. Als de bedrijfsarts de doorverwijzing geeft en de werkgever gaat accoord met het tarief, wordt het Orthopedisch Re-integratieadvies ingezet.

Is de inzet van de Orthotriage een vereiste? Nee.  De bedrijfsarts kan ook doorverwijzen naar de orthopeed zonder inzet van de Orthotriage.  Veel medewerkers komen echter pas bij de bedrijfsarts  rond de 6e week van verzuim. Als er signalen zijn die kunnen wijzen op langdurig uitval, is de kans groot dat deze niet worden herkend voordat de medewerker bij de bedrijfsarts komt. Die tijd is dan al verloren. Daarnaast is de bedrijfsarts een goed opgeleide professional die veel verschillende aandoeningen moet kunnen herkennen en advies moet geven over de belastbaarheid als gevolg van deze aandoening(en). Een orthopeed is, net zoals andere specialisten in een ziekenhuis, gespecialiseerd op een bepaald vakgebied.  De OrthoTriage biedt ook de mogelijkheid om een vraag aan een orthopeed te stellen zodat op basis van de beschikbare gegevens adviezen kunnen worden gegeven zonder dat de medewerker meteen moet worden doorgestuurd voor het Orthopedisch Re-integratieadvies.